top of page

Wat we toen al wisten, Geert Beulens

Updated: Jul 21, 2023

De vergeten groene geschiedenis van 1972


Zo hoort een bos niet te klinken. Hier knappen geen takjes onder onze voetstappen, maar bladeren. Sommige zijn bruin, de meeste kleuren echter akelig groen. En dat hoort dus evenmin: blinkend groene bladeren op de grond. In augustus.


Geert Beulens, winnaar van de Boon, de Vlaamse literatuurprijs voor fictie en non-fictie, weet een verhaal te brengen. Het geluid van de klimaatcrisis - zijn proloog, maakt de lezer tot eerste getuige: daar, in het Bilthovense bos, tijdens de zomer van 2020. Door de aanhoudende droogte in het voorjaar was er te weinig water in de bodem om te verdampen. En dus gooiden de bomen hun bladeren af om niet te sterven.


Bilthoven, zomer 2020, na elf tropische dagen.



Onvoorziene gevolgen


Het is geen verrassing en toch zijn we verrast. In snelheid genomen. Hoe is het mogelijk? ‘Mensen verwachten dat oorzaak en gevolg helder waarneembaar zijn. Je laat een glas vallen; de vloer is nat. Maar in complexe systemen is die koppeling helemaal niet zo eenvoudig te begrijpen...' Enter Jay Forrester, MIT-prof en computerpionier, vijftig jaar geleden. Zo krijg je Limits to Growth, dat kantelpunt uit 1972, opgediend: ‘Als Forresters World System Dynamics (het computermodel World3) één kracht had, dan was het om te laten zien hoe tendensen die apart misschien nog te controleren zijn of weinig onheilspellend lijken, in samenspel met andere ontwikkelingen alsnog fataal kunnen uitpakken.’ De meest acute zorg is het opraken van cruciale grondstoffen, edelmetalen en brandstoffen. Ook de scenario’s inzake voedselproductie en de capaciteit van de aarde om vervuiling te absorberen, eisen aandacht. Die verwevenheid was een van de belangrijkste inzichten. Uitgebreid met grafieken, cijfers, anekdotes en citaten die de onhoudbaarheid van de status quo moesten illustreren. Met naar schatting twaalf miljoen verkochte exemplaren in een veertigtal talen was die boodschap groot nieuws. Grenzen aan de groei werd een mondiaal fenomeen.


Stank, dode vissen, astma en longemfyseem: het was hinderlijk, irritant zelfs, maar behalve als je de pech had eraan dood te gaan, viel ermee te leven.


Vergezichten


‘Of de redding van de wereld daarmee dichterbij was gekomen', is de vraag na Pinksteren. In 'Wat te doen?’ ontleedt Beulens de mythe van 1972: ‘Terecht zou er na de verschijning (het invloedrijkste doemboek van het pre-klimaat tijdperk, dixit Maarten Boudry) veel kritiek komen op de uitgangspunten van het model: dat er grenzen aan de groei zouden zijn werd immers niet bewezen maar vooropgesteld.’ Tegenstanders diskwalificeerden het rekenwerk tot pseudowetenschap: ‘Garbage In, Garbage Out’. Als er onzin in wordt gestopt, komt er onzin uit, was de stelling van drie economen in The New York Times. ‘Als zulk retorisch geschut wordt bovengehaald, mag je ervan uitgaan dat er ergens een snaar is geraakt’, is Beulens’ verweer. (idem bij Boudry: de Club van Rome, de reputatie van het MIT…“Veel respectabeler kan je het niet krijgen”.) ‘Aangespoord door de ernst van de situatie begonnen mensen links en rechts naar oplossingen te zoeken.’ A Blueprint for Survival zou de tweede ecologische bestseller van het jaar (1972) worden. Een kringloopsamenleving hoorde men na te streven. Niet de menselijke ontplooiingsdrift primeerde, maar het voortbestaan van planten en dieren die het ecosysteem vormen dat ons leven mogelijk maakt. Vandaag, vijftig jaar later, zegt een stripfiguur: eerst waren we voor, maar nu zijn we tegen! Tijd voor een pauze?


Grote schoonmaak, Schone schijn


Ik was 12 in 72, dus deelgenoot van de eerste milieugeneratie. ‘Voor wie toen opgroeide was het milieu met voorsprong het grootste probleem’, schrijft Beulens. In de jaren zeventig en tachtig was de crisis altijd aanwezig. Op de klimaatjongeren die vandaag de straat op gaan maakt die “speeltijd” weinig indruk: de nostalgie van jeugdserie De Kat, WWF-prenten bij Esso (Save the Tiger), autoloze zondagen, stickers tegen kernenergie, de acties van Greenpeace… Indalend besef van de "Grote schoonmaak"? Een druk op Rewind leert dat die spullen in tankstations, het schrijfwerk aan milieuwetgeving, het sorteerwerk van de burger,… geprepareerd werden door wereldbedrijven als een manier om hun positie te bestendigen. Hun vraag om politiek ingrijpen (schoonmaak) was "Schone schijn". Wat zij (wij?) wilden was meer groei, meer goederen, meer eigendom (onze waarden!?).


De vage toezeggingen over levenskwaliteit en de technocratische oplossingen waarop werd ingezet, zouden echter niets veranderen aan de wezenlijke exploitatie van mens en natuur waarop het kapitalisme altijd al gebaseerd was. De kosten die de schoonmaak met zich meebracht zouden – ondanks mooie principes als ‘de vervuiler betaalt’ – opmerkelijk vaak door rechtstreekse of (via de wetenschap) onrechtstreekse overheidssubsidies op de burger worden afgewenteld. Ecologie, zo wist Enzensberger een halve eeuw geleden al, had alles in zich om een nieuwe groeisector te worden. Het ‘eco-industriële complex’ cashte twee keer: eerst met de verkoop van vervuilende producten en vervolgens met het wegwerken van de meest dramatische gevolgen van die vervuiling. Wat de ecologische beweging bovenal nodig had, beklemtoonde hij, was kritisch en historisch besef.

Gezocht: Veranderspecialisten, Toekomstgeografen


“Niemand mag ooit vergeten hoe beslissend de Fridays for Future zijn geweest”, zegt EU-commissaris Frans Timmermans over de politieke lijnen van de Green Deal en de impact die scholieren hadden in de wegbereiding (Knack, 7 juni 2023). Bij uitbreiding is dat ook de kracht van Beulens’ cultuurgeschiedenis. Wat we toen al wisten is geen vrolijke lectuur, wél gedreven, getrouw, diepgravend en breed in perspectieven. Geen cataloog en tranendal van gemiste kansen, geen wanhoop, maar een verhaal van mens en natuur in context, kwetsbaar en afhankelijk zoals alle leven, met blinde vlekken. In zijn epiloog gaat het over de tekenaars van de Nieuwe Wereld, over wetenschappers, activisten en kunstenaars die inspireren als pioniers van een toekomstgeografie. Genre Dagen zonder vlees, CurieuzeNeuzen in de Tuin, Maai mei niet, 30 dagen minder wagen… én schrijvers die ook een visie kunnen presenteren die ons een doel en richting geeft: The Ministry for the Future (2020) van Kim Stanley Robinson. Uit verlangen!


Wat we toen al wisten - De vergeten groene geschiedenis van 1972 van Geert Beulens, is uitgegeven bij Querido. 323 blz. ISBN: 9789021436722






Recent Posts

See All
bottom of page